• Home
  • over mij
  • Contact
  • 2024
  • 2023
  • 2022
  • 2021
  • 2020
  • 2019
  • 1977
  • 1976
  • recensies

2024

nominaties en publicaties 2024

Winnaar van de tweejaarlijkse Brabantse
poëzieprijs Pien Storm van Leeuwen 2024
 


Geen kleur heeft zoveel heimwee naar het strand,
dat niet meer is. Blauw draagt de pijn als een vaandel
voor zich uit, verdringt het slagveld tot een vergeten boek.

​
Als ik 's avonds de foto's leg op de lege stoelen om mij heen,
waar zij, die woonden in hun dromen, verloren talmen in
ongedeelde gedachten, om te schijnen als niemand kijkt,
dan is alles stil, zoals wit alleen maar is.

In de velden waar ik niet komen durf, waar vroeger op mij
wacht als wolven in de nacht, ik de slaap moet dulden
die ik vrees, en de pijn koester als mijn trouwste vriend, dáár
schuilt het zwart tussen de schachten van wat eenzaam groeit.

De zee die mij ooit zo lief was, trekt vouwloos voorbij.
Ik verlaat mijn loopgraaf en toon in al mijn naaktheid mijn wonden
en ren in de tijd die mij nog rest, de dag tegemoet.

Afbeelding

Afbeelding
Verlengde winter  

De aardappels rotten op het land. Het water
neemt bezit van de grond en al wat daarin leeft.
De klokken staan stil, de spiegels afgedekt en 
de portretten omgekeerd. In het uur van het eeuwige
rust alleen de adem, die je nooit meer hoort.

Zo  valt in de verlengde winter, wanneer de
bloesem maar niet botten wil, alles stil en
is er geen verschil meer tussen buiten en binnen:
het hout van de schuur rot net zo hard en
in de grond vergaat alles, terwijl iedereen wacht.

Aan het einde van het land dat ieder ander
oever noemen zou, ware het geen weiland,
borrelt de grondse lucht uit zompige gaten.

Alleen het woord huppelt als een vergeten kind,
maakt sprongetjes die niemand ziet.
Verder is het stil op straat want het is zondag.


Het kerkhof

Aan het einde van de weg rust het kerkhof in de ochtend.
De oude mannen werken daar elke dag, harken het grind 
en spreken zwetend over wat het leven brengt. Niemand 
die er komt op feestdagen, als de vlaggen wapperen 
en de kerkklok voor een ander luidt. Ik hoor de hoeven 
van de zwarte paarden, hun loden last, voor eeuwig 
een passant. De mannen buigen het hoofd en zwijgen.

In de verte glijdt een trein over ijzers langzaam de leegte in, 
verdwijnt zonder sporen uit het zicht, alsof de reiziger 
nooit heeft bestaan. Alleen een zwak geluid drijft nog na.
En elke ochtend als ik kom, groet ik je, vertel ik honderduit 
over wat jij heb gemist, en hoezeer ik niet zonder je kan.
Dan ruik ik je geur als vanouds, die met je meebewoog bij
elke stap, en huil ik terwijl ik het hek weer langzaam sluit.



Afbeelding
​

In het water waar ik geboren ben, staat een huis eenzaam
omringd door vloed en golven, voorbij het land dat wegen kent.
 
Zo is alles onbereikbaar, voor wie niet van natte voeten houdt,
voor wie het verraad vreest als de wakkere adem van een hond.
 
Wanneer het water tot in de kelders dringt, het hooi verschimmelt
en de verrimpelde appels in de kisten doet rammelen, wanneer
 
de ruimte zich vult met holle galm, dan sterft iedereen vergeten
een stille dood en zwijgt de mond die al lang gesloten was.
 
Want waarom zou je zonder roer of doel de oversteek wagen, 
waar niets is en niemand wacht, als toch niemand luisteren wil.
Afbeelding


 

Powered by Create your own unique website with customizable templates.
  • Home
  • over mij
  • Contact
  • 2024
  • 2023
  • 2022
  • 2021
  • 2020
  • 2019
  • 1977
  • 1976
  • recensies